Het Schrift

(geschreven door Kees en Aranka Werson)

Waar komen onze letters vandaan?
over de geschiedenis van het schrift en het alfabet.
opgezocht uit het boekje: 'A is een Koetje' (dat staat op zijn kop)
uitgegeven door museum Scryption Tilburg.

A is een koetje

De A is al heel oud: hij begint zijn leven zo'n 1500 jaar voor Christus, dat is dus ongeveer 3500 jaar geleden.

Bij de Kanaänitische volken die in het Midden-Oosten leefden was hij het symbool voor rund: een koeienkop met horens. Rund heette 'alef', Het teken dus ook.

Runderen waren heel belangrijk, als voedsel en voor trekkracht op het land. Vandaar dat alef het eerste teken werd.

De Feniciërs, die de klank-tekens van de Kanaänieten overnamen, draaien hem een kwart slag. Zo bleven de klank en de vorm bestaan, maar werd de betekenis er vanaf gehaald: een abstract teken bleef over. Het rund-teken alef werd het klank-teken A

De Grieken gebruikten het teken ook en draaiden het nog een slag. de Alef noemden ze Alfa.

De Romeinen waren de oorspronkelijke betekenis (rund) helemaal vergeten. De A had bij hen zijn definitieve vorm gekregen

De B is een Huis

De B komt van het Egyptisch hiëroglyf voor huis of schuilplaats: 'Beth'.
het teken was een gestileerde plattegrond van een huis.

Huizen waren runderen het belangrijkste, dus werd de beth de tweede letter.

De feniciërs namen dit Egyptische teken over, maar veranderden het een beetje.

Via de handel kwam de letter bij de Grieken terecht, die hem nog een stukje draaiden en er een tweede driehoekje aan vastmaakten. hij heette daar 'Bèta'.

Met het veranderen van de schrijf richting werd ook de letter omgedraaid.

De Romeinen maakten de hoekige letter rond en gaven hem de naam die hij nog heeft: 'Bé'.

De C van Cameel

De vorm van de C komt van de kopen hals van de dromedaris, de Gimel bij de Feniciërs. hij klonk bij hen als een 'zachte K'.

De Grieken, die het Fenicische alfabet gebruiken, maakten er een hoekige letter van en noemden hem Gamma.

De Etrusken hadden geen 'zachte K'-klank en gebruikten hem voor de 'harde K'.

Dat namen de Romeinen in hun Latijnse alfabet over en maakten hem meteen rond.

Als getal stond hij daar voor 100.

Doe die deur dicht!

De D heeft een lange geschiedenis, vol misverstanden. In de Egyptische hiëroglyfen had de tekening van een hand ('deret') de klank van een d.

In de 'snelschrijf vorm' werd dat dit:

Voor de Feniciërs, die Egyptische tekens overnamen zonder precies de betekenis te kennen, leek het meer op de ingang van een tent of huis ('delet').

De Grieken, die op hun beurt ook weer de Fenicische tekens overnamen, noemden hem 'Delta'.

De hoekige vorm werd door de Romeinen weer rond gemaakt. Hij telde daar als cijfer voor 500.

De E begon als H

De geschidenis van de E is niet helemaal duidelijk.

Waarschijnlijk is hij begonnen als een Egyptisch Hiëroglyf voor een roepende of biddende mens.

In ieder geval gebruikten de Feniciërs een soort gekanteld hekje voor hun klank hé. Dat was een medeklinker, de 'h'.

De Romeinen hoefden er toen nog maar weinig aan te doen.

Vijf letters uit één tentharing

In de vroegste tijd was de F vermomd als een slang: het Egyptische hiëroglyf voor de gehoorende slang Cerates.

Door de snel schrijvende-methode van de Egyptenaren (het hiëratisch schrift) veranderde de F in de loop van zo'n duizend jaar in de lijntje met een dwars balkje.

toen de Feniciërs dit teken van de Egyptenaaren overnamen wisten ze niets van die oude Egyptische slangengod. Ze zagen in het teken meer een haak waarmee ze hen tenten vastzetten, dat was tenminste iets bekends. ze noemden hem 'Waw', dat klonk als 'waf'.

De Grieken, die rond 1200 voor Christus het Fenicische alfabet gingen gebruiken, splitsen de 'waw' op in twee letters: een voor de 'W'-klank, de ander voor de 'V'- of 'F'-klank. De vele Griekse stad-staten hadden zo hun eigen uitspraak en in deze verwarring is de F-vorm rond 400 v. Chr. uit het Griekse alfabet verdwenen.

Gelukkig konden de Etrusken en de Romeinen de F wel goed gebruiken, zodat hij bij ons nog steeds te vinden is.

G: de Romeinse variant

De zevende letter van ons alfabet, de G, is niet zo oud als de zes voor hem.

Hij is begonnen als de C van Gimel uit het Fenicische alfabet.

Maar hij kwam pas als aparte letter op in het Latijnse alfabet van de Romeinen, die een aparte klank voor de 'zachte k' nodig hadden.

Aan de onderkant van de C werd een lijntje naar boven getrokken, om hem van de C te onderscheiden.

De C werd toen de letter voor de 'harde k', zoals wij de K uitspreken.

Het is de enige letter waarvan de geboorte tot op het jaar nauwkeurig is vast te stellen: hij komt voor het eerst voor in 312 na Christus.

De G nam de plaats in van de Z, die toen nog op de zevende plaats stond van het alfabet. De Romeinen konden die Z niet gebruiken en verbanden hem naar de laatste plaats in het alfabet.

De H komt van hekje

De H is van Fenicische oorsprong. hij heette daar 'Chet' en was het pictogram voor 'hek'.

De Grieken namen het teken over, maar kantelden de vorm. hij werd ook wel gebruikt als de klinker 'è'.

Soms was er alleen één dwars streepje.

De Romeinen namen deze laatste vorm onveranderd over.

De I: een hand wordt vinger

De I stam af van het Egyptische hiëroglyf voor hand ('jodh').

Het Egyptische snelschrift (het hiëratisch schrift) maakte daar een soort rietpluim van.

De Feniciërs veranderden dit teken langzamerhand in een rechter streepje. Omdat het Fenicisch alleen medeklinkers kende werd de I uitgesproken als 'J'.

De Gieken, die alle tekens wat stoom lijnen, gaven de I zijn rechte vorm en gebruikten hem ook als klinker 'I'. Ze noemden hem Iota.

Zo werd hij ook door de Romeinen gebruikt. Als getal telde hij voor 1.

De tweede I wordt J

De Romeinen schreven vaak twee I's achter elkaar, maar dat was lastig te lezen. Daarom gaven ze de tweede I een staartje. De tweede I werd J. Samen klonk dat als 'ie'.

Pas vanaf de 17e eeuw kreeg de J een vaste rol als medeklinker.

om de I of J aan te geven plaatsten ze er daarom een puntje boven.

K: de open hand

De oorsprong van de K ligt in het oude Egypte, waar de K een religieuze betekenis had. De K werd beschouwd als een van de 11 elementen waaruit de mens was opgebouwd. Dit element 'ka' maakte het de mens mogelijk om in het hiernamaals te blijven voortleven.

Het symbool van deze Ka was de geopende hand.

De Feniciërs namen dit teken zo rond 1000 voor Christus over en gebruikten het voor hun woord handpalm ('qaf'). Deze handpalm had drie vingers.

De Grieken kantelden dit teken en na omdraaiing van de lees richting werd hij de letter zoals wij die kennen.

De Romeinen lieten hem - in tegenstelling tot veel andere Griekse tekens - hoekige, met scherpe punten.

En de L, hij ploegde voort

De L begon zijn leven als een teken van een ploegschaar. De Feniciërs noemden hem 'Lamedh'.

De Grieken namen dit teken met de bijbehorende klank over, maar kantelden hem en doopten de letter 'Lamdba'.

Door de Romeinen werd hij weer rechtop gezet. Als Romeins cijfer telt hij voor 50.

MMMM… water!

De óer' -klank van de M vertaalden de Egyptenaren in een roep om water (de rivier de Nijl was tenslotte in hen hete woestijnland van levensbelang).

Zo werd MMMM een tekeningetje van golfjes. Hij werd uitgesproken als 'mem'.

Voor de Feniciërs was dit water teken natuurlijk heel vertrouwd: zij waren zeevaarders. Soms had 'mem'een langere rechterpoot.

Bij de Grieken, die hem 'Mu' noemden, verdween die lange poot geleidelijk.

En de symmetrische vorm werd in de Romeinse tijd voorgoed vastgelegd.

Als getal had toen hij de waarde 1000.

De N, als waterslang geboren?

Net als de M is de N uit het water afkomstig. Ook de N werd bij de oude Egyptenaren voorgesteld als een golflijntje.

Wat precies de oer betekenis van dit tekentje was, daarover zijn geleerde het niet helemaal eens.

Dezen 'Nun' (spreek uit: 'noen') wordt wel gezien als slang; een waterslang misschien?

In ieder geval gebruiken de Feniciërs dit teken als symbool voor vis.

De Grieken, die de betekenis van die oude teken niet kenden, noemden hem gewoon 'Nu' (klinkt als 'noe').

Omdat de schrijfrichting omdraaide keek ook de N de anderen kant op, en de Romeinen hoeden hem alleen nog maar eeen beetje recht te zetten. En zo is-ie gebleven.

De O van oog

De O begint bij de Egyptenaren als hiëroglyf 'ajin', wat oog betekende.

Je sprak het ongeveer uit als ójn', vandaar de O-klank.

Ook bij de Feniciërs betekende dit tekentje 'oog'.

Al vlug was hij van een plat rondje cirklevormig geworden. soms met een pntje erin.

De Grieken hielden het maar zo, een perfekte vorm ge je niet meer veranderen.

daar waren de Romeinen het hartgrondig mee eens.

Een grote mond geeft P

'Houd je grote Pé' zouden ze vroeger in Egypte gezegd hebben, want het ovaaltje betekende daar 'mond' of 'praten'.

Ook de Feniciërs zeiden 'pé' tegen dit mond-teken. Die mond ging bij hen een beetje open staan.

Toen de Fenicische letter via de handel bij de Grieken waren beland, was de oorspronkelijke betekenis verloren gegaan.

De Grieken noemden hen 'Pi, maakten hem hoekig en draaiden hem een slag om.

Zoals bij veel Griekse letters veranderden de Romeinen de hoekige vorm weer in een ronde.

Geen touw aan vast Qnopen

Wat de Q in de Egyptische tijd betekende is niet helemaal duidelijk. Sommigen zeggen dat het een aap met een staartje voorstelde, anderen zien er een achter hoofd in.

In ieder geval noemen de Feniciërs hem 'Kof'en stellen hm voor als een knoop in een touw.

De Grieken hadden al een K-teken, de 'Kappa', dus gebruikten die hem eigenlijk niet.

Toch is de Q via sommige Griekse dialecten bij de Romeinen beland, die hem in hun latijnse schrift gebruikten voor de 'Kw'-klank.

Een tijd lang stelde de Q ook nog het getal 500 voor, totdat daar de D voor in de plaats kwam.

De R: een hoofd-letter

Met recht een hoofd-letter, die R: het Egyptische 'Resj', werd voorgesteld als een hoofd.

Bij de Feniciërs is dit hoofd versimpeld tot een soort omgekeerde p.

De Grieken noemden de letter 'Rho' en draaiden hem om, omdat ze de andere kant op schreven.

Om hem niet met de P te verwarren, gaven de Romeinen de r zijn karakteristieke schuine poot.

De S laat zijn tanden zien

De S zij ontwikkeling begon als tekening van een paar (onder-) tanden.

De Egyptenaren noemden hem 'Shin'.

Ook de Feniciërs gebruikten deze tekening. maar dan iets puntiger.

Door de Grieken werd hij een kwart slag gedraaid en later nog iets rechter gemaakt. Daar hete hij 'Sigma'.

En, zoals gebruikelijk vonden de Romeinen hem rond mooier.

'' Zet u maar een kruisje''

De T, een van de oudste letters van het alfabet, is als kruisje begonnen.

In het oude Egypte werd dat kruis gebruikt om een plek of een naam te markeren.

Door de Fenicië werd deze 'Taw' gebruikt om documenten te ondertekenen ('' Zet u maar een kruisje'').

De Grieken haalden het bovenste stokje eraf en zo is-ie tot op de dag van vandaag gebleven.

U, V, W en Y: één grote familie

De stamvader van de V ( en ook de U en de W) is eigenlijk een andere letter: de F.

die F was (als 'waw') bij de Feniciërs het teken van een tentharing.

Toen de Grieken het Fenicische alfabet overnamen splitsten ze de 'waw' op in twee letters.

De ene werd het teken voor de 'V'-klank, in de vorm van onze F. Maar de Grieken gebruikten die eigenlijk niet.

De andere vorm, de Y (Upsilon genoemd) werd zowel voor de 'V'- als voor de 'W'-klank gebruikt.

De Etrusken en de Romeinen haalden het staartje er van af en zo is de V overgebleven. Afwisselend werd hij daar gebruikt als 'V, 'W' of als 'U' uitgesproken als 'oe').

W: de jongste letter

De W is een letter die vooral met vragen te maken heeft: Wie, Wat, Waar, Waarom, Welke, Waarvan, Wanneer?

de aparte W staat voor het Wersten en de eenheid van vermogen, Watt.

In Zuideuropese landen zie je vaak op de muren een W getekend, die uit twee V's bestaat. Dat betekent 'Viva!' ('leve!'), b.v. in 'Viva Italia!'.

De W is van al onze alfabet letters het laatst gevormd.

Toch is hij niet in alle Europese talen doorgedrongen, het Zweeds b.v., kent geen W.

Pas in de 11e eeuw zien we het teken opgekomen, waarschijnlijk is hij uitgevonden i de Engelse of Ierse kloosters.

De 'W'-klank die tot dan toe door de U werd weergegeven, kreeg toen een eigen letter. die werd gevormd doot twee V's aan elkaar of door elkaar heen te schrijven.

Zijn afkomst van de V en de U zien we nog terug in de naam die hij in verschillende talen heeft gekregen.

In he engels heet hij 'Double U' (spreek uit: 'dobbel joe'). In het Frans heet hij 'Double V'. In het Duits heet hij 'Vé', terwijl daar de V 'Vau'wordt genoemd.

X: een Griekse uitvinding

De laatste letters van ons alfabet (na de T) zijn niet zo oud als de meeste andere. Het zijn de lettersa die pas in of na de Griekse tijd (500 voor Christus) zijn gemaakt.

Ze zijn ook niet afgeleid van plaatjes, maar gewoon tekentjes die een keer zijn bedacht.

Zo hadden de Grieken een teken nodig on hun 'ks'-klank weer te geven. Dat werd de 'Ksi".

In het Latijnse alfabet van de Romeinen verdwenen de haakjes en de X was klaar.

Hij werd gebruikt als het cijfer 10.

Y: een geval apart

Ook de Y heeft als verre stamvader de Fenicische 'Waw' (die beroemde tentharing).

De oude Grieken gebruikten hem onder de naam Ypsilon. Hij klonk als 'U'.

Omdat de Romeinen geen werk voor deze letter hadden, werd hij alleen gebruikt voor woorden en namen die uit het Grieks waren overgenomen.

Een ZigZag Zwaard

Het leven van de Z begon als gestileerd plaatje van een steekwapen of dolk. De Feniciërs noemden hem 'Zayin'.

Met de Z is heel wat heen en weer gezigzagd, voordat hij de vorm kreeg die wij nu kennen. Dat gebeurde in de Griekse tijd, zo rond 500 voor Christus.

Bij de Grieken hete hij 'Dzèta', en was daar nog de zevende letter.

Maar de Romeinen, die het Griekse alfabet overnamen, hadden geen ''Z''-klanken in hun taal.

De Z, die ze niet meer nodig hadden, verbanden ze naar de laatste plaats in het alfabet.

En daar staat hij nog steeds. Zielig hé?

Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 License