Turnen

(gemaakt door Chantal de Lau)

Bij turnen heb je vier onderdelen namelijk: de brug, balk, sprong en vloer.

de brug

De brug is een soort van rekstok en dan nog een hoger

De damesbrug heeft twee, in hoogte verstelbare leggers. De lage legger is 160 cm. hoog en de hoge legger is 240 cm. hoog. De breedte kan ook nog versteld worden, maar voor een goede zwaai is de breedste stand het meest ideaal (160 cm.) Op de brug worden veel zwaai-elementen geturnd, veel elementen dicht bij de legger (denk aan buikdraai) maar op de hoge niveaus worden steeds meer elementen geturnd die heren aan rek turnen. Denk hierbij aan reuzendraaien, paksalto's e.d.

De nieuwste brugleggers worden gemaakt van fiberglas. De leggers die meestal tijdens de training worden gebruikt zijn van hout, soms versterkt met een stalen kern.
Op elk niveau worden andere oefeningen gedraaid. In de brugoefening zitten vooral zwaaien, rolvormen (buikdraai bijvoorbeeld) en vluchtelementen (over de legger vliegen). De afsprong is bijna altijd een salto.
Bij brug wordt erg gelet op doorturnen, elke stop en elke tussenzwaai wordt bestraft maar ook het niet turnen van de eisen (bijvoorbeeld leggerwissel) wordt zwaar bestraft.
Natuurlijk wordt ook hier gelet op spanning, netheid en het verdelen van de elementen in de oefening (vier leggerwissels achter elkaar kost je dus punten). Het ergste is een val, vooral als je een element nog niet helemaal geturnd hebt, dan kost je dat 1,5 punt, een val alleen kost je een halve punt.

de balk

de balk is een soort van een vierkante balk en is 10 centimeter breed
De balk wordt gezien als moeilijkste toestel. Hij is dan ook wel erg smal, maar 10 centimeter! De balk is vijf meter lang, wat voor kleine turnsters heel erg lang is, maar voor langere turnsters vaak veel te kort. In Nederland turnen de instap en de pupillen op een balk van 1 meter hoog en de jeugd, junioren en senioren op 1,25 hoog.
De wedstrijdoefening moet over de hele lengte van de balk geturnd worden (dus van punt tot punt).De oefening op de balk wordt vooral bepaald door de sprongen en de acrobatische elementen (flikflak, arabier e.d.).

Deze onderdelen worden aan elkaar geturnd en afgewisseld door sierlijke elementen, maar ook door evenwichtselementen (zweefstand).
Dat heet een choreografie.
Er wordt door de jury erg gelet op spanning en netheid, maar ook of alle onderdelen wel in de oefening aanwezig zijn. De maximale tijd van een oefening is 1 minuut en 30 sec. Bij NWS moet de balkoefening tussen de 1 minuut en 1 minuut en 30 sec. zijn. Ga je over deze tijd heen dan kost je dat 1 tiende punt (en dat kan het verschil tussen eerste en tweede plaats betekenen). Voor een val van de balk krijg je een aftrek van een halve punt en een wiebel wordt bestraft met 0,1 tot 0,3 punt aftrek, net als tenen niet strekken en kromme knie.

de vloer

de vloer is een lange mat.
de lange mat is een mat die recht loopt en is iets hoger dan de vloer.
De vloer is het meest geliefde onderdeel van de kijkers naar de turnsport, de oefeningen duren lang, zijn op muziek en hebben alle vormen van bewegen in zich.
Van turners en turnsters wordt verwacht dat ze uitstraling hebben, veel durf, soepel zijn en mooie acrobatische series draaien zonder fouten en netjes gestrekt en gespannen.

Tegenwoordig met het huidige materiaal is er inderdaad veel te verwachten van turners en turnsters. De vloer bestaat uit diverse lagen en onderdelen. De opbouw verschilt van fabrikant tot fabrikant. Veel fabrikanten gebruiken hout voor de vering (denk aan ski's die veren ook prima omdat ze kunnen buigen) maar er zijn er ook die metalen veren kiezen. Op deze houten ondergrond wordt een dempende ondervloer aangebracht, deze veert, en dempt de schokken zodat de turnsters en turners geen blessures oplopen bij de landing. Als toplaag komt er dan een kunststof (meestal fiber) mat op te liggen die antislip is, stevig maar toch niet te hard aanvoelt. Meestal bestaat deze mat uit meerdere banen en wordt deze met een soort klittenband aan elkaar vast gemaakt .
De totale vloer is 12 bij 12 meter. De turnsters en turners moeten binnen de witte buitenlijnen blijven. Tijdens de wedstrijden moeten de oefeningen tussen de 70 en 90 seconden duren en moeten over de hele vloer verdeeld worden. Elke oefening wordt in een bepaald patroon geturnd waarbij de diagonalen dienen voor de acrobatische series.
Wat er in de oefening geturnd wordt hangt af van het niveau van de turnster en de uitgangswaarde van de oefening. Hoe moeilijker het onderdeel des te hoger de punten. Maar ook moet erop gelet worden dat verplichte elementen geturnd worden. De uitgangswaarde kan nooit hoger dan een tien zijn, maar mag wel lager zijn.
je hebt niet allen een oefining op muziek maar je hebt eerst best lang een oefening zonder muziek

sprong
Bij sprong gaat het om de moeilijkheidsgraad van de sprong. In de top is een overslag al helemaal niets meer waard. Deze sprong moet er dan ook nog eens perfect uitzien.
Er wordt op erg veel punten gelet:

  • de houding
  • de aanzweeffase
  • de steunfase
  • de afzet
  • de afzet fase * de landing
  • de lichaamshouding (spanning)
  • dynamiek

en nog veel meer dingen.
Het paard (is een pegasus) is gemaakt van aluminium met een leren of kunstleren bekleding die opgevuld is (met bijvoorbeeld paardenhaar).
Tijdens wedstrijden is het paard vast aan de vloer gezet. De aanloopbaan op wedstrijden is maximaal 25 meter lang en 1 meter breed.
In Europa wordt naast paard ook nog kast gesprongen. Dit gebeurt in de lagere niveaus.
Sinds 2002 is het paard in de topsport vervangen door een "pegasuspaard" of ook wel het PEGASUS springtoestel. Een nieuwe manier van springen. De laatste 10 jaar heeft de sprong een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Door de toename van de aanloopsnelheid, de verandering van de contacthoeken en de beduidend betere prestaties, biedt het huidige springpaard niet meer de noodzakelijke veiligheid, te smal voor de heren en niet breed genoeg voor de dames. Om die redenen heeft de FlG verzocht een nieuw toestel te ontwikkelen met als doel de veiligheid te ver- beteren en het blessurerisico te verminderen.
Vanwege de multifunctionaliteit en de verbeterde veiligheid kan het nieuwe springtoestel ook zeer goed worden ingezet als methodisch toestel voor dames, heren en junioren. Met name de gecompliceerde sprongen waarbij de psychologische barri貥 een rol speelt, kunnen op een meer natuurlijke wijze worden aangeleerd.
Dit toestel is veel veiliger doordat het veel breder is en een afgeronde kant heeft. Hier kunnen dezelfde sprongen op worden gedaan als het paard.
De springplank (in Nederland noemen we hem ook wel Rotherplank) bestaat uit twee houten delen met daartussen een veermechanisme van:

  • een houten veer of
  • rubbers of
  • metalen veren

een sprong kan van alles zijn ik noem er een paar op:

pegasus
kast met plank
kast met trampoline
gewoon en dikke mat op 2 banken
soms een bok.

je hebt ook nog acro dat is een soort gymnastiek in groepjes ik laat je er een filmpje van zien.

lijst met dingen van turnen

Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 License